‘Jezus wast de voeten van zijn vrienden”
Verhaal bij Johannes 13:1-5, 12-17
Het is de avond vóór het Joodse Paasfeest gaat beginnen. Jezus en zijn vrienden zijn met elkaar aan het eten.
Jezus weet dat er mensen zijn die Hem gevangen willen nemen. Dat mensen zijn die Hem willen doden. Maar Hij vlucht niet weg. Hij verstopt zich niet. Dat zou Hij best kunnen doen, en dan zouden de soldaten Hem nooit vinden.
Maar Jezus weet dat het moet gebeuren. Dat Hij gevangen moet worden genomen. En dat Hij daarna weer terug gaat naar God, zijn Vader. De vrienden van Jezus weten nog niet precies wat er gaat gebeuren. Jezus heeft het er wel met ze over gehad, maar ze kunnen het gewoon niet begrijpen. Nee hoor, Jezus wordt niet gevangen genomen. Hij gaat koning worden. Terwijl ze zitten te eten staat Jezus op. Hij doet zijn gewone kleren uit en knoopt een doek om zijn middel.
De vrienden van Jezus kijken verbaasd. Wat doet Jezus nu? Hij lijkt zo wel een slaaf, met z’n blote bovenlijf en met die doek.
Maar Jezus doet net of het heel gewoon is. Hij pakt een bak van de grond en loopt ermee naar de ton met water die bij de deur staat. Met dat water hebben Jezus en zijn vrienden zonet hun voeten gewassen, toen ze naar binnen gingen. Dat hoort in Israël. Vóór je bij iemand naar binnen gaat, moet je je voeten wassen. Je gaat natuurlijk niet met vieze, stoffige voeten een huis in.
Jezus schept schoon water in de bak, en loopt ermee naar Johannes toe. En dan begint Hij zomaar de voeten van Johannes te wassen!
En als Hij ze gewassen heeft, droogt Hij ze af met de doek die Hij om zijn middel heeft gedaan. En daarna loopt Hij naar Levi, en Hij knielt bij hem neer, en Hij wasi de voeten van Levi.
En dan komt Hij naar Petrus toe, knielt neer en steekt zijn hand uit naar Petrus’ linkervoet. ‘Heer’ zegt Petrus. Hij trekt geschrokken zijn voet weg. ‘Dat kan toch niet!
U gaat toch niet mijn voeten wassen!
U bent toch geen slaaf!’
‘Petrus,’ zegt Jezus, ‘geef me je voet. Ik zal het je straks uitleggen.’
Als Jezus de voeten van zijn vrienden gewassen heeft, gooit Hij het water buiten weg. En dan trekt Hij zijn kleren weer aan en gaat op zijn plek zitten. Hij kijkt de tafel rond. ‘Begrijpen jullie wat lk heb gedaan?’ zegt Hij. Petrus schudt zijn hoofd. ‘Ik snap er niks van. Waarom deed U dat!’ ‘lk wil jullie iets belangrijks leren,’ zegt Jezus. ‘Voeten wassen, dat vinden jullie werk voor een slaaf toch? Ik ben geen slaaf. Ik ben jullie Heer. En toch
heb ik jullie voeten gewassen. Want ik houd zoveel van jullie dat ik alles voor jullie wil doen, zelfs dit. En ik wil graag dat jullie ook zo met elkaar omgaan. ik wil graag dat je jezelf niet belangrijker vindt dan een ander. ik wil graag dat jullie dingen voor elkaar doen, ook dingen die je misschien helemaal niet leuk vindt.
Wat ik voor jullie heb gedaan, doe dat ook voor elkaar.’
Petrus knikt langzaam. Hij begrijpt het nog steeds niet zo goed. Maar als Jezus dat van hem vraagt, dan gaat hij dat doen. Zeker weten.
OM OVER TE PRATEN
Op welke manier laat Jezus hier zijn liefde aan
zijn leerlingen zien?
OPDRACHTEN
Geef iedereen een vel wit papier. Zet je voet op een vel
papier en laat iemand anders met een pen of potlood een
omtrek maken van je voet.
Teken in de voet hoe jij uit liefde iets voor iemand kan doen
OM SAMEN TE ZINGEN
Wat kon ik voor anderen doen
(Oké voor kids, nummer 9)
