Eerst zien en dan geloven
Soms blijft een zinnetje je bij. Bij mij was dat het geval met: eerst zien en dan geloven. Opeens hoorde ik het overal opduiken. Eerst zien en dan geloven, zeggen de slachtoffers van de toeslagenaffaire als er voor de zoveelste keer wordt beloofd dat er nu echt stappen zullen worden gezet om terug te betalen. Eerst zien en dan geloven, zeggen de gedupeerden van de aardbevingen in Groningen als er weer een nieuw herstelplan wordt gepresenteerd. Eerst zien en dan geloven.
De teleurstelling en het ongeloof zijn voelbaar. En dat kun je je goed indenken. De mensen voelen zich in de steek gelaten.
Als het gaat om de Bijbelse context van die uitdrukking, denk je al snel aan de ongelovige Thomas. Thomas: zijn naam betekent tweeling, vertelt het evangelie.
In Johannes 20:24-29 staat beschreven dat de apostel Thomas zei niet te kunnen geloven dat Jezus zou zijn opgestaan ‘totdat hij de wonden van de spijkers in Jezus’ handen zou zien en met zijn vingers zou kunnen voelen, en als hij zijn hand in Jezus’ zij zou kunnen leggen’.
Het verhaal van Thomas heeft in later tijd nog een opmerkelijk staartje gekregen. Aan het begin van de derde eeuw na Christus wordt verteld dat dezelfde Thomas rond het jaar 40 naar India zou zijn gegaan om zending te bedrijven. Hij zou er de marteldood zijn gestorven.
De zogenoemde Thomaschristenen in India eren hem als de stichter van hun kerk.
Vaststaat dat de christelijke kerk in India inderdaad zeer oud is, maar wetenschappelijk gezien is er geen enkel bewijs te vinden voor de aanwezigheid van Thomas in India.
Maar de Thomaschristenen geloven het verhaal over hun ontstaan, ook al is er geen informatie over te vinden. Zij geloven niet in ‘eerst zien en dan geloven’.
Als ik mezelf naga, ben ik net als de Thomaschristenen ook meer een navolger van: ‘eerst geloven en dan zien’. Mits het gaat over het geloven dat met religie te maken heeft, en niet over het geloven dat met de toeslagenaffaire te maken heeft.
Juist omdat ik geloof – hoe klein en hoe zwak ook – kijk ik anders.
Een voorbeeld? Onlangs was er iemand nodig die een Oekraïens gezin kan helpen met de voorbereidingen voor de komst van een tweeling. Het gezin verblijft in de asielopvang. Geen ideale situatie voor een bevalling… Maar spontaan bood zich een Nederlandse moeder van een tweeling aan om het gezin met raad en advies bij te staan.
De één zal zeggen: wat een mooi toeval. Ik dacht: wat een zegen.
Dineke Spee