Psalm 114: De zee zag en vluchtte…
Een opmerkelijke aankondiging kwam voorbij op de tv: er komt een zee-zegening op 9 juni, Pinkstermaandag, in het Belgische Wenduine. Ik had er nooit eerder van gehoord.
Het blijkt de aankondiging van een bijzonder ritueel dat van oudsher aan de Vlaamse kust wordt uitgevoerd. Dit gebruik is ontstaan in de vele kleine vissersgemeenschappen die de kust kent. Vissers weten hoe kwetsbaar het bestaan is. Je bent voor de vangst én voor je leven afhankelijk van de grillen van weer en wind. Geen wonder dat er behoefte is aan een zegening.
De zegening is bedoeld om bescherming te vragen voor hen die op zee hun brood verdienen, en tegelijkertijd gedenkt men de vissers die nooit terug kwamen. Tegenwoordig speelt ook een milieuaspect mee: de zegening staat stil bij de rijkdommen die de zee ons biedt en die oceaanwijd bedreigd worden.
Behalve in Wenduine zijn er ook in andere Vlaamse kustplaatsen zee-zegeningen. De meesten in juni of juli, die in Wenduine dus standaard op Pinkstermaandag. Het is een rooms-katholieke traditie die begint met een eucharistieviering. In Nederland zijn er ook vissersdorpen, maar ik weet niet of daar een vergelijkbaar protestants ritueel wordt gevierd.
Al typend schoten me woorden van het lied ‘Suzanne’ van Herman van Veen te binnen:
… en Jezus was een visser die het water zo vertrouwde
dat Hij zomaar over zee liep omdat Hij had leren houden
van de golven en de branding waarin niemand kan verdrinken
Hij zei: “Als men blijft geloven kan de zwaarste steen niet zinken”
maar de hemel ging pas open toen Zijn lichaam was gebroken
en hoe Hij heeft geleden weet alleen die visser aan het kruis…
Dat lied gaat over vertrouwen, en daar gaat het in de zee-zegening ook om. Vertrouwen dat je leven in Gods hand is, en dat je je eigen hand in die van God mag leggen om over het water te gaan, samen naar de overkant.
Dineke Spee