Ga je met mij mee?

Deze week leest u de 1e aflevering van de ervaringen van een MAF zendingsvlieger in Afrika

Medische safari’s

‘t Was klam en warm. Boven mij zoemde de ventilator eentonig aan het plafond, de bron die enigszins zorgende voor een zuchtje wind waar het buiten geheel aan ontbrak. Echt de tijd van het jaar en ik wist dat snel groeiende ‘bloemkolen’ proberende mijn weg te blokkeren, mij in te sluiten, vandaag op mij zouden wachten.

Ik draaide mij voorzichtig op mijn andere zij proberende vrij te blijven van het muskietennet. De ademhaling van Karin klonk rustig en vertrouwd, zo ook het gezoem van de overijverige, hongerige, bloeddorstige muggen die maar hoopten op een klein stukje bloot vlees wat tegen het net aan zou liggen. ‘De ‘ettertjes’, mij krijgen ze niet vannacht en draaide mijn voet onder het laken.

Hoi, mijn naam is Jeroen en ik hoop jullie de komende tijd mee te nemen op reis door mijn ervaringen heen. Natuurlijk zal het altijd wel enigszins vliegervaring gerelateerd zijn maar ’t leven is toch meer dan vliegen alleen!? De kleine 10 jaar in Afrika welke mij en mij gezin gebracht heeft in velerlei avonturen en belevenissen in Tanzania en Tsjaad, hebben ons verrijkt, hebben ons verandert. Verandering is niet altijd leuk, en ook dat komt ergens later in een ander artikel wel aan bod, maar verandering is wel zo leerzaam. Nu een ca. 5000 vlieguren verder mag ik mijn ervaring doorgeven aan nieuwe vliegers die we opleiden binnen Mission Aviation Training Centre (MATC). Een bijzondere, dankbare rol om te vervullen.

Genoeg over het ‘hier en nu’,  terug naar Afrika!

Rond 05:00 liep ik met mijn vliegers-spullen en  ‘overnight kit’ richting de hangaar die zich achter ons huis bevond.  Na de pre-flight en extra bijvullen brandstof vanuit ouderwetse 20liter stalen jerrycans, taxiede ik in ‘mijn werkpaard’ de Cessna 206, rond 05:45 richting het begin van de baan. Enkele ogenblikken later was ik los.

De propeller-tips tartten de geluidsbarrière en ik stelde snel de manifoldpressure en RPM bij.

Gelijk met het doorlopen van de resterende checks klom ik door en zette koers richting het zuidwesten, Dodoma was wakker! Eenmaal op hoogte en koers haalde ik m’n ontbijt tevoorschijn.  Een ‘chapati’ en hete thee was de ideale start van de dag. Maar de ‘chapati’ deed meer met mij, het had een stoppende werking op mijn darmen. Eenmaal in de bush kreeg je af en toe gekke dingen te eten en als er iets was waar ik niet op zat te wachten dan was het de schijterij tijdens het vliegen.  Een ‘chapati’ of ugali deed wonderen.

Lake Mtera schoof onder mij door en voor mij lag het Ruaha wildpark, een groene vlakte welke zich uitstrekte zover het oog maar kon zien. Er was wel wat opbouw van wolken maar tot nu niets ernstigs. Dat was het voordeel van de vroege start.

Na het oppikken van het medisch team in Chimala, een smalle landingsstrip niet ver van Mbeya vlogen we richting Madundas. Fantastische landingsstrips waren dat tijdens de medische safaris, allemaal hadden ze bepaalde karakteristieken. Chimala was smal, je moest altijd uitkijken met te ver zijwaarts overhangende takken van de bomen, heeft mij al eens een navigatielichtje gekost. Madundas had een ‘curve’ , tijdig aan de grond en snelheid eruit halen was de crux. Oja, en dan had je Msangaji, met een gemene ‘soft spot’ tijdens het regenseizoen. Had al eens een ‘propstrike’ gekost bij een andere piloot. Wieltje zakte plots weg, haha, dat werd een echte ‘short field landing’.

   Het was rond 09:00 in de ochtend toen we in Madundas aankwamen. Na het uitladen van het medisch team en hun materiaal begonnen we te lopen richting het dorp welke een kleine 20 minuten lopen verderop lag. De temperatuur was ondertussen al 25 graden in de schaduw. Een gekrakeel van geluiden kwam ons tegemoet bij het naderen van de kleine en eenvoudige kliniek. Moeders van ‘heinde en verre’ hadden zich met hun baby’s en kinderen verzameld bij de kliniek. Diverse stammentalen en geluid van spelende en huilende kinderen maakte het tot een ‘bron van leven’ in het anders rustige Madundas.

“Wil je helpen?” werd mij gevraagd. Ik wist dat we hier wel een aantal uur zouden zijn en knikte van ja. Ik kreeg een unster (trekweegschaal), tuigje en pen in mijn handen en werd voorgeleid naar de veranda waar moeders met jonge kinderen en baby’s zich hadden verzameld.
“Iedere baby moet worden gewogen, de moeders hebben een groei-boekje waarin je het gewicht van de baby op noteert. Aan de hand van de curve zie je of het kind een beetje op gewicht zit of niet. Heb je een baby die al een tijdje op of onder die rode lijn zit, dan moet je ons even waarschuwen, succes!”

Een wereld van Sukumas, Wagogo, Masai en andere stammen hebben die dag mijn leven gekleurd, een beleving zo ver van ons normale bestaan. Ontblote borsten, plassende baby’s, ugali op een houtvuurtje, borstvoeding op de grond, de geuren en kleuren; wat een fantastische wereld. En in dat tumult heb ik die dag 72 baby’s gewogen.

Rond 15:00 liepen we door de savanne weer terug richting de vliegstrip, de temperatuur was inmiddels boven de 35 graden in de schaduw. Madundas mocht dan een curve hebben maar hij had wel een mooi stukje lengte, geen probleem voor de take-off performance.

Later die avond na een eenvoudig maal in een gastverblijf van een bijbelschool lag ik te staren naar het plafond. Ik was bekaf maar kon de slaap nog niet vatten, alle taferelen van die dag passeerden nog eens de revue. Het medisch team was tevreden geweest, ca. 80 moeders waren ingeënt tegen polio en tetanus en mijn bijdrage had gemaakt dat zij zich daarop konden richten. Morgen weer een dag, twee dorpjes zouden we gaan bezoeken, Solworambo en nog eentje, hoe heette die ook alweer? En terwijl de ventilator boven mij een briesje teweegbracht en de muskieten, het leken wel dezelfde als in Dodoma, weer probeerden een stukje vlees te vinden, gleed ik al mijmerende weg in een diepe slaap.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.