Ga je met mij mee? (Deel 3)

Ervaringen van een zendingsvlieger in Afrika – van Jeroen Knevel

(vervolg) “Leven ten volle”

18 november 2000

De wind trekt aan en de toenemende onstabiliteit van de atmosfeer maakt dat we af en toe venijnige schokken maken in de kleine Cessna. Mijn passagiers achterin lijken te slapen, ook de baby is stil. Ik kijk of ik het kleine lichaampje nog ademt, moeilijk te zien, ik hoop maar op het beste. Markku naast mij kijkt peinzend naar buiten, ’t is een bijzondere man. Ik weet nog dat ik ze voor de eerste keer naar Chagana bracht, dat moet nu zo’n beetje een jaar geleden zijn geweest.

Chagana, 30 november 1999

We zitten rondom een vierkante tafel in een eenvoudige hut. Buiten is het ca. 40 graden, binnen hetzelfde. Als de berg Hanang ten oosten van ons ligt een grote hoop Ugali op een metalen bord voor ons in ’t midden van de tafel, daarnaast twee kommen met een soort jus met stukken bot en vlees. Om de beurt pakken we een klont Ugali, kneden het wat in onze rechterhand en maken dan met de duim een kuiltje. Nadat het kuiltje na onderdompeling is voorzien van jus gaat het richting onze mond. Nieuwsgierige kinderkoppies gluren langs het gordijn naar binnen.

Markku is in gesprek met een jong echtpaar en uit de toon maak ik op dat het een serieus gesprek is. Sirppa fluistert zachtjes stukjes vertaling van het gesprek in mijn oor. Het schijnt een dominees echtpaar te zijn, ze willen iets met een kerk en gezondheidszorg doen. Het zweet drupt van ons hoofd en maakt dat mijn piloten-blouse aan mijn lijf plakt. Buiten het gesprek om zijn de enige geluiden die ik hoor van de zoemende vliegen, buitenspelende kinderen en af en toe een loeiende koe. In de hut, buitengesloten van een enkel briesje, drukte de warmte op ons neer.

Later buiten vraag ik aan Markku waarom hij zo de Jezus-diepte in ging met het jonge echtpaar. Hij zegt: ‘Jeroen, tell me, why do you do the things you do?’ ‘What do you mean, do the things I do?’ antwoord ik.
‘Well, why are you here with MAF, why do you raise the kids the way you do, why do you treat your wife the way you do, why do you behave the way you do?’
Ik was even sprakeloos, snel ‘scroll’ ik door de gedachten die door mijn hoofd vliegen.
‘Hum, I don’t know Markku, it is what I am I guess. Probably got something to do with the way I’ve been raised, with the values I have, perhaps my faith?!’
‘Right’ he says, there you are! That’s exactly what I mean, your behaviour, the way you look to life is mainly determined by your past, by the way you have been raised and the moral values you have.
I got here a preacher couple that want to start this small church and they want to start a small hospital. All big ideas, but if their motivation is fake, if their integrity is not based on a solid foundation, if there is no perseverance….., it will be a waste of energy, time and finances. Jesus makes us reflect doesn’t He, He makes us to evaluate ourselves.
So through Him they will be able to reflect, they will learn to radiate life and love. That’s why I was digging in ‘deep’, you understand?’

18 november 2000

Flip, ’t is een bijzondere kerel.
M’n ogen glijden over de instrumenten en ‘controls’. Tijd om de ‘tip-tanks’ te legen richting de ‘main tanks’ en mijn vingers flippen de pompschakelaars om. Een blik op de GPS zegt mij dat we een tegenwind hebben van zo’n 35 knopen. Hmm, dat zou wel eens interessant kunnen worden bij de landing op Haydom. Er is kennelijk weinig regen gevallen want de lucht vult zich met roodgekleurd stof, fijn zand opgezweept door de wind. Het veld is oost-west gelegen met aan de zuidkant een heuvel die al voor menig ‘windshear’-achtige situaties had gezorgd. Verder naar het oosten duikt het landschap plotseling scherp omlaag, wel zo’n 2000ft nadat er eerst nog een heuvelrug ligt dat weer zo’n 2500ft de hoogte ingaat.
Nog een minuut of acht, ik ga zakken. Rustig het gas wat terug, iedereen slaapt nu, even kijken of we dat nog even kunnen houden zo. ‘FoxFox, Mike Sierra Oscar, 5 minutes out, next call landing’
Naarmate we dichter bij de grond komen wordt het ‘bumpier’.  Oeps, shit, dat was een ‘nasty one’, ik kwam even los uit mijn stoel. Ik kijk snel om naar achteren, yep, iedereen wakker, was ook wel te verwachten. Alleen de baby is nog stil en heeft de oogjes gesloten. Ik trek mijn heupgordel wat strakker en gebaar naar mijn passagiers dat zij dat ook moeten doen.
Recht voor mij ligt de in een rode waas omgeven ‘murram’ vliegstrip van Haydom, wind ietwat zuidelijk, ‘gusty’. Met een constant ‘spelen’ van ‘throttle’ en ‘pitch’ vlieg ik het laatste stuk van de nadering. ‘FoxFox, Mike Sierra Oscar Landing’.
Met regelmaat vult het geluid van de ‘stallwarning’ de cockpit, nog een laatste 100ft en daar ging het laatste stukje, links voeten, yoke rechts en neusje omhoog. Met een constant ‘gillen’ van de ‘stallwarning’ raken de hoofdwielen de grond. Flaps up, rustig remmen en yep daar was ’t ie, de door de heuvel veroorzaakte ‘gust’ van rechts.
‘FoxFox, FoxFox Mike Sierra Oscar on the Ground, Haydom’.
Even later loopt de moeder tussen de arts en verpleegster mee naar het ziekenhuisje, de laatste draagt de baby, nog steeds geen teken van leven. ‘Het gaat erom spannen’ had de arts Markku gezegd. Voor ons niets meer te doen.

Een kleine 20 minuten later vlieg ik Markku & Sirppa terug naar Basutu, een dorpje aan de voeten van ‘Mount Hanang’, hun thuis!

11 september 2015

‘Unajua barabara inaenda Chagana?’ (Weet u de weg die naar Chagana leidt?) Met mijn ‘houtje – touwtje’ Kiswahili probeer ik erachter te komen waar de ‘dirtroad’ begint richting Chagana. Ongelooflijk, ze hadden nog nooit van het dorpje gehoord!
Het moet nu ergens ten zuiden van ons zijn, ik kijk op mijn vliegkaart en weer naar buiten en zie heuvelreeks in de verte. Deze liggen aan de westkant van het dorp, als we die parallel kunnen volgen moeten we er komen. Bijna 15 jaar later na de levensreddende vlucht draai de oude landrover van het asfalt af en volg karrensporen zuidwaarts. Een dorre droge vlakte reikt zover het oog reikt. Enkele struiken en bomen geven nog iets van ‘tekening’ aan het landschap. Her en der wat velden met droge mais erop. Na een minuut of tien houden de karresporen op, het is nu gewoon een vlakte met sporen overal heengaande. Samen met Karin mijn vrouw rijd ik zuidwaarts, de heuvels rechts van ons houdend. ‘Kijk Karin, daar heb je de Watuturu’ en ik wijs naar een groepje in donkere kleden gehulde jongelui op de fiets.  Even later een groep vrouwen die in de schaduw onder een boom zitten en ons vragen om een lift. In een auto vol karren we verder. Achter mij gekakel, het riekt naar de mij welbekende geur van zweet, stof, en vuur. Het vult mij met een diep gevoel van herkenning en dankbaarheid.

Na ruim een uur zuidwaarts rijden door een vlakte, hartje Tanzania, met aan de ene kant heuvels en de andere kant een opgedroogde ‘swamp’ bereiken we uiteindelijk Chagana. Ik herken het schoolgebouwtje en de primitieve kerk en rijd direct door naar de eenvoudige woning waar volgens mij het dominees echtpaar woont.

En daar staat ze, Mama Esther, de domineesvrouw, 16 jaar na mijn eerste ontmoeting met haar. Wat een sterk en gemotiveerd echtpaar, ze zijn er nog steeds. Ze herkent mij en geeft mij een dikke ‘hug’, ik stel haar voor aan Karin en ook zij krijgt een omhelzing van die stevige armen. Even later drinken we thee en laat ik haar foto’s zien van mijn eerdere bezoeken aan Chagana. ‘Sweet memories’ en op de vraag of Mzee Ngombe nog leeft, knikt zij bevestigend. ‘Ona, kule ni Miryam, Mke watatu ya Mzee Ngombe’. (Kijk, daar is Miryam, de 3de vrouw van Ngombe) en ze wijst uit het raampje richting een boom waaronder een vrouw zit met een kind aan de borst. Ha, die ouwe rakker weet wel wat ‘ie wil.

‘Mama Esther’ zeg ik, met de vraag die al enige tijd op mijn lippen brand, ‘weet jij hoe het met de baby is afgelopen?
Ik weet dat hij ontslagen is uit het ziekenhuis 15 jaar geleden, weet jij waar hij woont en wat hij doet?’ Haar gezicht begin te stralen; ‘jawel, hij is hier, hij heet Samson’ en ze stuurt een van de rondhangende kinderen naar het dorp.
Even laat staat hij voor ons, hij is bijna net zo groot als ik. Een beetje onwennig hoort hij het verhaal aan, zijn ogen schieten heen en weer tussen de verteller en mij. Daarna drukt hij mij de hand. ‘Thank you, thank you’ mompelt hij en ik denk ‘top’ hij spreekt Engels en vraag wat hij studeert. Hij legt uit dat hij bijna zijn ‘Secondary School’ heeft afgerond en daarna voor arts wil studeren. Wie had dat kunnen denken, wat loopt het leven soms wonderlijk.

Op een matrasje van de Watuturu liggen we later, door het muskietengaas heen, naar de adembenemende sterrenhemel te staren. Een enkele kreet van een verdwaalde vogel doorklieft het nachtelijk duister. We zijn stil.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.