Ga je met mij mee? Aflevering 6

Ervaringen van een zendingsvlieger in Afrika – van Jeroen Knevel

GETHOMENITUS  deel 2

Het is net na twaalven; met de raampjes open rijden we achter elkaar noordwaarts. Het eentonige gebrom van de landrover dieselmotor begint langzaam aan te vervelen, komt ook door de gigantische herrie die het rijden over een ruwe, hobbelig zandweg met zich meebrengt. Paul, mijn Nederlandse collega vlieger, zit naast mij.  Zijn schuddend hoofd ligt achterover, ogen dicht en een mond met ‘standje open’ welke aangeeft dat ‘ie slaapt.

Mount Hanang zijn we al even gepasseerd, ‘ergens nu moet toch die afslag komen?’ We naderen een klein dorp. Ik geef Paul een duwtje. ‘Laten we even vragen of hier die afslag is’ vraag ik hem. Hij springt naar buiten en ik zie hem praten met een druk gebarende Tanzaniaan. Ik denk dat we goed zitten, we moeten er vast hier ergens af. Paul komt terug. ‘Ja, een klein eindje verder, vlak voordat het dorp eindigt, gaat er een weg richting Haydom. Hij vroeg of we voor het vliegtuig kwamen, het nieuws verspreidt zich snel.’

Nog eens vier uur verder, we rijden inmiddels in stijgend terrein over karresporen, ‘cattle-tracks’ en voetpaden richting de locatie waar het vliegtuig zou moeten liggen. We zijn inmiddels allemaal klaarwakker, gespannen over wat we tegen zullen komen.
Maar goed dat we met de Landrovers zijn gegaan, het terrein is ruw en van tijd tot tijd rijden we in ‘low gear’ om steile hellingen te kunnen nemen.
Sinds we van de stoffige ‘main-road’ af zijn, is de route alsmaar stijgend geweest en inmiddels in een fris groene omgeving veranderd. De vochtigheid is ook toegenomen, met druppels op m’n voorhoofd en een natte rug rijd ik behoedzaam verder.

De GPS geeft aan dat het vliegtuig op ca. 400 meter van ons verwijderd is. We turen naar buiten maar zien niets anders dan glooiend terrein, akkers, bos en een enkel hutje.
We rijden over een gammel bruggetje de rivier over, linksaf het pad volgend en dan, net bovenaan een heuvelrug zien we plots het vliegtuig liggen. Of, wat er nog van over is. We zijn stil.

We wisten min of meer wat we tegen zouden komen, maar hadden niet verwacht dat de kist er na de ‘crash’ zo bij zou liggen. Wat een triest gezicht.
‘Hoe heeft dit kunnen gebeuren?’ vraagt Paul. ‘Gethomenitus Paul’ antwoord ik. ‘Verkeerde vallei, lage snelheid, laag bij de grond, misschien een valwind en dan hoppa, dan is het zo gebeurd.’

Ik rijd tot vlakbij het wrak met registratie 5H-MTJ, draai de sleutel om en de cabine wordt gevuld met een ‘bijna-stilte’. Afrikaanse bush geluiden en geuren bereiken onze zintuigen, een verademing na deze tocht. Op een aangestelde bewaker na, geen mens te bekennen maar, Tanzania kennende, dat zal niet lang duren. We stappen uit.

‘What goes up, must come down’ grapt een van mijn andere collega’s. Een cynische grap om uiting te geven aan een intense emotie. ‘Wat een klap moet het zijn geweest, arme Dave’ denk ik bij mijzelf. De motor, losgerukt van het frame, ligt enkele meters van het wrak verwijderd.

‘Okay guys, we got perhaps another 45 minutes but then it will be dark. Lets put up camp and make some food. Tomorrow we get a lot of work to do.’

Zonder dat we het merken zijn er ondertussen Tanzanianen komen kijken, omhuld met kleden slaan ze ons gade terwijl wij kamp opmaken. Ik bemerk dat het afkoelt, ik snap nu de kleden die ze om hebben, en nadat ik mijn slaapzakje heb uitgerold en de tent uitstap zie ik drie man reeds rond een kampvuur zitten. Bijzonder allemaal, zo puur en dichtbij de natuur. Wanneer de schemer eenmaal inzet, gaat het rap.

Rond 19:00 is het donker en we zitten stil rondom het vuur met de Tanzanianen. Er wordt weinig gesproken, we zippen aan onze oploskoffie en staren in de vlammen.

05:00 Allerlei geluiden buiten de tent, ik ril, het is behoorlijk afgekoeld. Ik steek m’n kop buiten de tent en zie dat ik niet de eerste ben, Paul is ook reeds op. ‘Beetje geslapen Paul?’ vraag ik. ‘Mwhoeaahh, maar zozo, ik had het koud in m’n slaapzak.’

Even later zitten we alle vier aan de koffie en bespreken we het plan.
‘Okay, all that is usefull we take back to Dodoma. And from what I could see yesterday it is definitely one wing, the engine, perhaps the rudder and stabilizer. Jeroen will you start working on that end? And perhaps you Paul can have a look at the instrument panel.’ Richard de onderhoudsmonteur geeft ons instructies. We hebben 1 dag om het te klaren, morgenochtend moeten we weer richting Dodoma rijden.
De dag is gevuld met sleutelen en zoveel mogelijk al in en op de landrovers laden. Rond 15:30 zijn we klaar, zelfs de motor hebben we met z’n vieren de laadbak in weten te krijgen. Het is mijn beurt om wat eten klaar te maken en terwijl ik op een vuurtje wat pasta, wortelen, tomaat, gehakt door mekaar zit te husselen, zijn m’n collega’s aan ’t oefenen met boogschieten. Dikke pret als ze missen, de ‘locals’ hebben de lol van hun leven.

‘Gethomenitus’ een gevaarlijk iets denk ik bij mijzelf. Bewustzijn van je beweegredenen is iets om goed over na te denken. Maar ook het plan! Waarom was Dave niet 20km naar het noorden of zuiden gevlogen waar het terrein lager was? Dan was hij zonder problemen in Moshi aangekomen. Waarom ben ik al aan het denken over terugkeer naar Nederland?

De volgende dag rijden we in konvooi weer richting Dodoma, het heeft geregend en de weg ligt her en der bezaaid met grote plassen. Altijd heerlijk rijden na een regenbui, de temperatuur is goed maar de regen maakt ook dat de weg vochtig is en daardoor is het zand minder hard.

Na een voorspoedige trip arriveren we rond 18:00 op de compound in Dodoma. Thuis!

Wordt vervolgd.

Dit bericht is geplaatst in Nieuws. Bookmark de permalink.